Online zitten: het dekseltje gaat niet meer dicht
19 april 2022Bron: Trema 6 / voorjaar 2022
IVO Rechtspraak, de ICT-dienstverlener voor de Rechtspraak, onderzoekt welke mogelijkheden er zijn om een passender digitaal platform te creëren voor online zittingen. Voorbeeld is de Britse HM Courts and Tribunals Service waarmee rechters in het Verenigd Koninkrijk al enige tijd werken. Tot het zover is, maakt IVO gebruik van het vergaderplatform MS Teams. Een gesprek met Wim Lubbers, informatiemanager bij IVO Rechtspraak.
De afgelopen twee jaar heeft Wim Lubbers veel op adrenaline gedaan. Meteen nadat het coronavirus het maatschappelijk leven – en dus ook de Rechtspraak – ontwrichtte, zetten zijn collega’s en hij alles op alles om via Skype online zittingen mogelijk te maken. Dat werkte, maar was zeker niet ideaal. Het geluid was vaak gebrekkig, het beeld statisch en er waren weinig mogelijkheden om tussen partijen te schakelen. ‘We hebben er daarom voor gekozen om versneld het vergaderplatform MS Teams uit te rollen als tool om online zittingen te organiseren.’ Voor straf- en vreemdelingenzaken (VK) worden voor het zogeheten telehoren andere systemen gebruikt. ‘Tijdens corona organiseerden we zo’n driehonderd zittingen per week met de penitentiaire inrichtingen via digitale video- en spraakverbindingen en dat loopt nog steeds door, ook omdat er nog veel besmettingen zijn’ vertelt Lubbers. ‘We zijn bezig hiervoor
andere systemen op te tuigen, omdat advocaten of
tolken lang niet altijd kunnen meedoen. Het hangt af van de apparatuur die DJI gebruikt, wat het meteen complex maakt. ICT is wat dat betreft vrij weerbarstig, omdat we altijd te maken hebben met ketenpartners die weer andere systemen en apparatuur hebben. Maar we hopen de komende maanden de basisvoorziening voor straf en VK te verbeteren.’ In WvGGZ-zaken wordt zo nodig nog gebruikgemaakt van Skype. ‘In Teams kun je nog niet uitbellen en dat is onhandig als je tijdens de zitting een expert wil raadplegen die op dat moment door de instelling loopt.’
Ambitie
De voorbeelden laten zien dat de Rechtspraak nog volop in ontwikkeling is als het gaat om online zittingen. Voor een ervaren informatiemanager als Lubbers – hij studeerde industriële automatisering en bedrijfskunde en deed een masterclass op het gebied van business information management – zijn het in dat opzicht gouden tijden. Terwijl veel rechters, en ook de NVvR, vinden dat de fysieke zitting het uitgangspunt moet blijven, oriënteert IVO zich op de digitale mogelijkheden van de toekomst. Lubbers vindt het belangrijk dat de Rechtspraak meegaat met de ontwikkelingen in de samenleving. Een zitting van de plaatselijke gemeenteraad kan online worden gevolgd. De Rechtspraak is hier misschien nog wel wat behoudend in. ‘Toegankelijke Rechtspraak betekent ook online mogelijkheden bieden,’ vindt Lubbers. ‘We bestellen onze boodschappen online, we sluiten online een hypotheek af, we moeten ook online ons recht kunnen halen. Telehoren bestaat al vijftien jaar, en door corona hebben we versneld geleerd wat er allemaal online kan. Dat dekseltje gaat niet meer dicht. Online zitten zal zich ontwikkelen tot een niet meer weg te denken instrument in het zittingsproces.’
Niet dat de Rechtspraak bang hoeft te zijn dat IT-specialisten gaan bepalen hoe de rechtszaal van de toekomst eruit komt te zien. Integendeel. Lubbers benadrukt verschillende keren dat het vooral de gebruikers zijn die beslissen welke faciliteiten ze nodig hebben.
‘Daarbij hoeven ze zich niet te beperkten tot de bestaande techniek, maar mogen ze zich laten prikkelen door mogelijkheden van de toekomst,’ vindt Lubbers. Want de technische ontwikkelingen gaan razendsnel en de Rechtspraak moet wel haar maatschappelijke opdracht kunnen blijven vervullen.
De kern van het vak
Als het aan IVO ligt, wordt de komende tijd verder onderzocht en doorgewerkt op welke manier de Rechtspraak digitaal het beste kan worden ondersteund. Het ontwerpen van een passender platform om online zittingen te organiseren, is daarbij een van de mogelijkheden. In het Verenigd Koninkrijk maakt de Rechtspraak al gebruik van zo’n systeem, de HM Courts and Tribunals Service. ‘Het platform geeft gebruikers meer de beleving van een zitting mee,’ zoals Lubbers het uitdrukt. ‘Een rechtszaak is ook een beetje een voorstelling met bepaalde rituelen en gebruiken. De techniek moet dat ondersteunen. In het Engelse systeem is het de rechter die een online zitting start. Partijen krijgen van tevoren duidelijke instructies over de huisregels, er is een checkbox om te voorkomen dat partijen stiekem opnames maken en er zijn chatfuncties om bijvoorbeeld de advocaat in staat te stellen tussentijds met zijn cliënt te overleggen.’
‘Online zitten raakt de kern van het vak en dus is het cruciaal dat rechters zelf meedenken over de inrichting van de digitale rechtszalen,’ gaat Lubbers verder. ‘Dat betekent bijvoorbeeld meer camera’s die iedereen in beeld kunnen brengen, breakout rooms voor advocaten en cliënten, waarin ze ongestoord kunnen overleggen of een virtuele gang waar partijen kunnen proberen tot een schikking te komen. En bij alles geldt dat technische ondersteuning van groot belang is, zowel centraal via IVO als lokaal. Een amanuensis zoals in Zwolle of een digibode zoals in Amsterdam is dus een goed idee.’
Achter de deur
Over vragen die grondrechten als de openbaarheid van de zitting of de privacy van betrokkenen raken, wordt stevig nagedacht, belooft Lubbers. ‘We zijn bezig met nieuwe vormen van streamen en we hebben een security officer om risico’s in kaart te brengen. We krijgen bijvoorbeeld nogal eens de vraag hoe een rechter zeker weet dat iemand die online wordt gehoord niet wordt beïnvloed door iemand die achter de deur staat. In het begin van de coronatijd werd nog wel eens aan mensen die vanuit huis deelnamen gevraagd om met de camera even de ruimte in beeld te brengen, zoals ook veel leraren deden tijdens het afnemen van online examens. Maar inmiddels is bekend dat je dat helemaal niet mag vragen, omdat je daarmee inbreuk maakt op de privacy. Rechters gaan dus anders met dit soort dilemma’s om.
Meebewegen met de tijdgeest
In het plan van aanpak online zittingen dat de Rechtspraak voor de zomer hoopt te presenteren, wordt aandacht besteed aan drie sporen: de voorzieningen die nodig zijn om online zittingen mogelijk te maken, de maatschappelijke omgeving van de Rechtspraak en de vakinhoudelijke afweging welke zittingen zich wel en welke zich niet voor online behandeling lenen.
‘Veel zaken zijn niet geschikt voor online behandeling, het is zeker geen one size fits all,’ verzekert Lubbers. ‘Maatwerk dus. Zittingen waarbij relatief weinig belangen op het spel staan, maar die veel inspanning vergen, kunnen misschien wel beter online. Dat is een doorlopende kwestie van oefenen, pilots organiseren, gebruikers ondervragen en nieuwsgierig blijven. De rechters en de omgeving zullen we steeds meenemen in de mogelijkheden. Een toegankelijke rechtspraak die maatschappelijk effectief wil zijn, zal immers moeten meebewegen met de tijdgeest.’