Procedure bestuursbenoemingen blijft voor onrust zorgen
23 november 2020Vanuit de gerechten bereiken ons uiteenlopende geluiden over informatieverschaffing rondom de bestuursbenoemingen. In sommige gerechten wordt vastgehouden aan de vraagstelling van de Raad voor de rechtspraak (inzake de voor- of tegenstem op het Raad-voorstel om enkele aanpassingen te doen voor een zogezegde “tussenstap” wat betreft de benoemingsprocedures). In andere gerechten wordt het bredere gesprek over meer invloed van rechters gevoerd. De ledenraad van de NVvR heeft hierover op 18 november jl. opnieuw gesproken.
De NVvR raadt alle rechters en raadsheren aan om in de komende gerechtsvergadering naast het concrete voorstel van het Raad voor de rechtspraak óók het bredere gesprek over invloed te voeren. Het is voor toekomstige besprekingen door de gerechtsvergadering zaak bevestigd te krijgen dat de rechters meer zeggenschap willen over bestuursbenoemingen. Kan dit volgens het gerechtsbestuur niet, dan horen wij dat graag.
De NVvR blijft bij haar standpunt dat de – door het Raad voorgestelde – aanpassingen een stap in de goede richting zijn, maar een té kleine stap. We hebben begrip voor de opstelling van de bestuurders om voortvarend met bestuursbenoemingen om te gaan. Echter, de aanpassingen zijn naar de mening van de NVvR niet meer dan een tussenstap naar een procedure met meer zeggenschap voor rechters over benoeming van hun bestuurders. Dat is een gesprek dat tussen rechters onderling gevoerd moet worden. Ook zal het geagendeerd blijven aan de bestuurlijke tafels. Zo heeft de NVvR de afgelopen week een tweede handreiking gedaan aan de Raad, met de suggestie om twee rechters/raadsheren toe te voegen aan de SEC. Daarmee wordt de procedure in essentie niet gewijzigd, maar wordt de zeggenschap van rechters wel vergroot.
De eerder verspreide NVvR-procedure en de notitie van onze collega’s van Tegenlicht kunnen worden benut bij uw eigen voorbereiding op gerechtsvergaderingen die nog worden gehouden. Overigens is het NVvR-voorstel destijds nadrukkelijk gemaakt als compromismodel. Dit verklaart onder meer waarom gesteld wordt dat voor deze veranderingen geen wetswijziging nodig is.