NVvR-voorzitter Rosa Jansen: “Handen af van de rechtsstaat”
11 januari 2017NVvR-voorzitter Rosa Jansen vindt het vooral fijn om tussen Kerst en Oudejaarsavond een zitting te doen. Ook vindt ze, zo richting de laatste dagen van het jaar, ruimte in haar hoofd voor bespiegelingen over 2016 en om een blik vooruit te werpen.
Wat brachten die mijmeringen over 2016 u? Wat was het voor een jaar?
“Het was vlak voor oudejaarsavond dat ik in de krant las dat wij in Nederland een zeer robuuste rechtsstaat hebben die wel tegen wat schimpscheuten kan. Nu ken ik mijn collega’s. Wij kunnen inderdaad tegen een stootje, al stel ik zelf onderling respect en beschaving nog steeds op prijs. Terugkijkend naar 2016 gaat het allang niet meer om een schimpscheut of een stootje. Rechters en officieren van justitie hebben het stevig te verduren. Wat ik op dit moment nationaal en internationaal zie gebeuren is dat één van de fundamenten van de rechtsstaat structureel onder druk staat. En ik ben te zeer bewust van het belang van onze rechtsstaat om dan te zeggen: ga maar rustig slapen. Handen af van onze collega’s, handen af van onze rechtsstaat! Dat lijkt mij in deze tijden een meer gepaste boodschap.”
Dat is klare taal! Waarom deze stevige boodschap?
“Dit is hét moment waarop wij met zijn allen moeten staan voor dat grote belang. Kijk om ons heen: Britse rechters worden met de grond gelijk gemaakt als zij stellen dat de wet bepaalt dat parlementariërs het laatste woord hebben over Brexit, in Israël zijn de rechters en officieren van justitie niet goed snik als zij op basis van de wet een militair vervolgen en veroordelen. Ook in Nederland kennen wij onze voorbeelden. Het zijn voorbeelden waarbij het niet meer gaat om een mening van een individu, maar waarbij de rechtsstaat onder druk staat, omdat de rechter de onderbuikgevoelens van de samenleving niet volgt. Een volgende stap is de ondermijning van de onafhankelijkheid van rechters en officieren, zoals bijvoorbeeld in Turkije, Hongarije en Polen gebeurt. En dan heb ik het alleen nog maar over Europa.”
Zijn we al zover aan het afglijden dan?
“Nee, maar het is wel tijd om je stem te laten horen, ook voor de rechterlijke macht. Laat zíen wat er gebeurt als je de rechtsstaat niet collectief beschermt. Juist in tijden van grote onzekerheid is het een van de fundamenten onder onze democratische samenleving! En wees eerlijk: het is gewoon goed geregeld in dit land. Laten we staan voor wat we doen en zorgen dat de kwaliteit van ons werk het hoge niveau houdt dat de samenleving verdient. Het is dan ook zaak dat rechters eisen dat ze nú kunnen gaan werken volgens de door hen opgestelde professionele standaarden en daarop niet langer inleveren vanwege de productiedruk. Het is díe kwaliteit die wij aan de samenleving verschuldigd zijn. Voor officieren van justitie is de werkdruk minstens zo hoog en ook daar wordt nu gekeken of gewerkt kan worden met standaarden die de kwaliteit waarborgen. Ook meer officieren en ondersteuning bieden mogelijkheden.”
Dus als iedereen de rechtsstaat een beetje met rust laat, komt het best in orde?
“Die rust is niet echt mijn grote behoefte. De rechterlijke macht is onderdeel van de samenleving en onderhevig aan dezelfde dynamiek. Er zijn nog genoeg uitdagingen. Zo zie ik dat een groot aantal vacatures open staat bij de gerechten. Ik vrees dat de keten stilvalt omdat er niet voldoende collega’s zijn om het werk te doen en veel kennis uit de eerste lijn wordt weggetrokken. Dit alles terwijl we juist in deze tijd onze kracht moeten laten zien. Na gesprekken met onder meer het College van procureurs-generaal en de Raad voor de rechtspraak, spreekt de NVvR binnenkort met de presidenten, want wij voorzien problemen.”
Dus er ontstaat een tekort aan rechters nadat de rechtspraak er nét meer geld bij heeft gekregen om kwaliteit te kunnen leveren en behouden? Fraai signaal is dat…
“Daar lijkt het wel op. Dat brengt mij bij de lappendeken aan besluitvormers binnen de rechtspraak. De organisatie van de rechtspraak kent weeffouten. Dat wijzen alle rapporten, onderzoeken en visitatiecommissies keer op keer uit. Ik denk dat het tijd wordt om alle partijen met elkaar in gesprek te laten gaan om te proberen de slagkracht te vergroten. We vormen binnen de rechtspraak veel te veel eilandjes. Als iets mij in de afgelopen periode duidelijk is geworden, is dat we het ook niet aan de politiek over kunnen laten. De rechterlijke macht moet zelf in staat zijn om zijn organisatie te stroomlijnen, maar dat betekent ook dat iedere bestuurder in staat moet zijn om over zijn eigen schaduw heen te stappen. Ik loop lang genoeg mee om te weten dat dit een uitdaging is. Maar het is nodig in het belang van de rechtsstaat en de samenleving, maar óók in het belang van de individuele magistraat. Vertrouwen tussen bestuurders en magistraten kan alleen groeien als we een aantal van die weeffouten oplossen waardoor bestuurders de ruimte krijgen om leiding te geven en magistraten de ruimte krijgen om vakmanschap aan de dag te leggen. En niet: de magistraten opzadelen met nóg meer productie. Mijn wens voor 2017? De rechtspraak in ons land is van hoog niveau, laten we die kwaliteit behouden en de problemen oplossen. En ondertussen: handen af van de rechtsstaat. Ik wens u, ook namens mijn medebestuursleden en de medewerkers van het verenigingsbureau van de NVvR een heel fijn 2017!”