Flitsenquête verlofaanvragen

14 september 2023

In de laatste cao is afgesproken de termijn van de verlofaanvragen aan te pakken en terug te brengen naar 4 maanden, vanwege de extra druk die dit veroorzaakt boven de al bestaande werkdruk in de gerechten en parketten. Nu de zomervakantie achter de rug is en veel roosters weer worden gevuld, kreeg de NVvR signalen dat er nog geen gevolg aan deze afspraak wordt gegeven. De afgelopen week hield de NVvR daarom hierover onder haar leden een flitsenquête. Welke termijnen worden nu gehanteerd en is de situatie sinds het afsluiten van de laatste cao verbeterd? Binnen enkele dagen reageerden bijna 600 leden. De belangrijkste conclusie: er is nog geen verbetering zichtbaar.

Werkdruk is een van de grootste problemen binnen de rechtspleging. Wie voldoende regelmogelijkheden heeft, kan deze hoge werkdruk beter aan. Het vele maanden van tevoren moeten vastleggen van verlof, draagt niet bij aan de gewenste eigen regelmogelijkheden. Een aanvraagtermijn van maximaal 4 maanden als richtsnoer wordt redelijk geacht, bijzondere situaties uitgezonderd.

Uit de flitsenquête die de NVvR onder haar leden hield, bleek dat voor het aanvragen van verlof bij ruim 32% van de respondenten een termijn van 4 tot 6 maanden wordt gehanteerd. Bij 34% van de respondenten is deze termijn 6 tot 8 maanden. Bij een minderheid zijn deze termijnen langer of korter. Maar liefst 65% van de respondenten gaf aan dat situatie rondom de aanvraagtermijnen voor verlof onveranderd is. Slechts 10% gaf een verbetering aan en 8% liet weten dat de situatie verder verslechterd is.

De NVvR heeft deze resultaten van de enquête benoemd in het bestuurlijk overleg met de Raad en het College.

Wat is er afgesproken in de cao?

In het laatst afgesloten arbeidsvoorwaardenakkoord staat het volgende hierover vermeld:

“Tijdens het overleg is aan de orde gekomen dat rechterlijke ambtenaren soms lang van tevoren hun verlofwensen moeten aangeven. Daarnaast zijn er verschillen per gerecht en parket. Een lange termijn voor verlofaanvragen veroorzaakt extra druk boven de al bestaande werkdruk in de gerechten en de parketten. Partijen hebben dit besproken en erkennen het belang van rechterlijke ambtenaren om op een redelijke termijn hun verlof in te kunnen plannen, waarbij een termijn van maximaal 4 maanden als richtsnoer redelijk wordt geacht. Anderzijds staat het inplannen van verlof niet op zichzelf. Zowel binnen de Rechtspraak als binnen het OM lopen er trajecten om het rooster- en planproces verder te professionaliseren. Daarbij worden de belangen van de medewerker en ook die van de Organisatie en de rechtzoekende bij de belangenafweging betrokken. Partijen roepen ertoe op dat daarbij het belang van deze termijn van maximaal 4 maanden daadwerkelijk in aanmerking wordt genomen. Minister en NVvR stellen zich voor dat de resultaten periodiek worden besproken in de bestuurlijke overleggen tussen de NVvR en de Raad voor de rechtspraak en het College van Procureurs-Generaal.”

Scroll naar boven